
Nederlandse bedrijven ontwikkelen satelliet voor Defensie
Nederlandse bedrijven presenteerden vandaag hun bijdragen aan de zogeheten PAMI-1-satelliet. Zowel minister Ruben Brekelmans als staatssecretaris Gijs Tuinman liepen langs de verschillende stands om informatie uit te wisselen. De PAMI-1 wordt naar verwachting in begin 2028 gelanceerd en moet voor Defensie aardobservatie informatie vanuit de ruimte vergaren. Die is niet alleen bedoeld voor eigen land, maar ook voor bondgenoten. De satelliet is de eerste van een serie.
De bedrijven kregen de gelegenheid de technologische bijdrage aan de PAMI-satelliet en het ruimtedomein toe te lichten. Ze hielden hun pitches bij Cosine, een leverancier van meetinstrumenten en de primaire sensor van de PAMI-1 satelliet in Sassenheim.
Voor een militaire operatie zijn inlichtingen van groot belang, zeker gezien de huidige wereldwijde spanningen. Met camera’s en sensoren monitoren satellieten wat er op aarde gebeurt. De technologie daarvoor wordt momenteel op eigen grondgebied ontwikkeld.

De toekomst van de Nederlandse militaire ruimtevaart
Brekelmans en Tuinman kregen in Sassenheim inzicht in de bijdragen van Nederlandse bedrijven aan de satelliet. Verder werd de onderlinge samenwerking tussen kennisinstellingen, industrie en overheid duidelijk. Ook werd met beide bewindslieden een visie gedeeld over de toekomst van de Nederlandse militaire ruimtevaart. Het bezoek leidde tot een beter begrip van de mogelijkheden en kansen binnen het ruimtedomein voor Defensie en Nederland.
Informatiepositie versterken
Volgens Brekelmans kent Nederland veel firma’s en instellingen die zeer vooruitstrevend zijn in het ruimtedomein. “Die bedrijven zien ook dat snelle innovatie nodig is tegen toenemende dreigingen. Het ruimtedomein wordt steeds belangrijker in moderne defensie en oorlogsvoering. Nederland bezit hierin unieke kennis. Wij moeten niet volledig afhankelijk zijn van het buitenland. Daarom werkt Defensie met deze bedrijven al sinds het eerste uur samen in het PAMI-1 project. Zo ontwikkelen we eigen satellieten en versterken we de informatiepositie van onze krijgsmacht. Daardoor ontstaan juist kansen om meer vanuit Nederland aan het buitenland te leveren”.

Kennis uit de Verenigde Staten
De productielijn wordt ingericht door het industriële bedrijf VDL. Dit gebruikt daarbij kennis die de Amerikanen overdragen. Dat zorgt ervoor dat Nederland zelfvoorzienend wordt.
Dit tot tevredenheid van Tuinman. “Afhankelijk blijven van het Starlink-netwerk van Elon Musk is geen optie`, licht hij toe. “We willen dat Nederland ook in de ruimte een soevereine positie heeft. De Nederlandse PAMI-1-satelliet wordt uitgerust met lasercommunicatie. Dat is een enorme stap vooruit ten opzichte van de traditionele radioverbindingen. De komende jaren bouwen we tientallen eigen satellieten. Zo kunnen we zelfstandig informatie en beelden verzamelen.”