
Marine dankzij Sandy Coast beter voorbereid op havenbescherming
De Koninklijke Marine heeft tot en met afgelopen vrijdag samen opgetrokken met de Belgische en Estse zeemacht. Bij Sandy Coast 25 stond de bescherming van de Eemshaven, de haven in Delfzijl en de data- en energiekabels voorop. De Eemshaven kan worden ingezet voor de doorvoer van militair materieel voor de NAVO. Door de woelige zee zijn de deelnemers ook uitgeweken naar de zee bij Scheveningen.
De internationale oefening begon al op 18 augustus. Doel was de samenwerking tussen de deelnemers soepeler te laten verlopen. Daarnaast bereidde Sandy Coast de 3 landen voor op mogelijke taken als gevolg van de toenemende militaire dreigingen.
Dit jaar werkten deelnemers nog meer samen met de politie en Kustwacht. Deze organisaties opereren samen met Defensie in de Joint Inter Agency Task Force North Sea (in JIATF-NS). Deze taskforce stuurt operaties op zee aan, zoals bijvoorbeeld gebeurde tijdens de afgelopen NAVO-top.
Onbemande onderwatervoertuigen
Opvallend was de inzet van onbemande oppervlakte- en autonome onderwatervoertuigen (Uncrewed Surface Vessels en Autonomous Underwater Vessels). Die worden gebruikt bij verkenningen en het opruimen van mijnen. Maar veel bommen zijn er dit jaar niet verwijderd.
Ook het onbemande verkenningsvliegtuig MQ-9 Reaper van de luchtmacht is ingezet. Dat heeft verkenningsvluchten uitgevoerd en oefengebieden gemonitord.

Deelnemende schepen
Nederland nam deel aan de oefening met de mijnenjagers Zr.Ms. Willemstad en Zr.Ms. Schiedam, onderzoeksschepen MV Geosea en de Galatea en duikvaartuig Nautilus. Verder had de Hydrograaf Expeditionary Survey Boat een taak op de Waddenzee. Dit opnamevaartuig bracht wateren, havens en vaargeulen in kaart.
De zuiderburen leverden mijnenjager BNS Lobelia Daarnaast waren zogeheten Very Shallow Water-teams van de partij uit Nederland en België. Estland tot slot leverde een duikteam en explosievenruimers.